Het instituut is gegroeid vanuit de documentatie die naar aanleiding van de opening van het Rubenshuis in 1947 werd aangelegd. In 1963 werd de verzameling aanzienlijk verrijkt door de schenking Ludwig Burchard (1886-1960). Het archief van deze eminente Rubenskenner omvat notities, foto's en boeken met betrekking tot de Vlaamse schilderkunst van de 16de en 17de eeuw, en onderscheidt zich door de unieke documentatie omtrent Peter Paul Rubens en Antoon van Dyck. De bibliotheek van het Rubenianum bevat ruim 45.000 volumes (boeken, overdrukken, tentoonstellings- en bestandcatalogi), een uitgebreide collectie veilingcatalogi en 150 lopende tijdschriften. De documentatie beoogt volledigheid en sluit zowel de kleinere meesters als het grote talent in. Ze legt geen oordelen op wat betreft toeschrijving, maar tracht zo nauwgezet mogelijk de beschikbare kennis over kunst en kunstenaars te ontsluiten. Het documentatiemateriaal bestaat uit een omvangrijke fototheek met ruim 100.000 reproducties. Daarnaast beschikt het Rubenianum over het Burchard-archief, dat de basis vormt voor het Corpus Rubenianum.